Een groen sportveld, de geur van gras en je er helemaal op uitleven, het is voor miljoenen Nederlanders een lust.
Heicom is producent van bodemverbeteraar en substraten waarmee de meest uitdagende omgevingen groen worden en blijven. Van Eredivisie voetbalvelden tot ultra vlakke tees op de hoogst aangeschreven golfbanen. In deze pagina lees je waarom sportvelden groen houden een vak apart is. Met inspirerende voorbeelden en de toegevoegde waarde van Heicom.
Zeventien van de twintig beste golfbanen van Nederland werken met Heicom. Wij zijn gespecialiseerd in substraten voor aanleg en onderhoud van golfbanen; van greens, bunkers en fairways. We innoveren continu. Golfbanen in Nederland ondervonden de gevolgen van een veranderend klimaat. Bij droogte werd het bunkerzand te los, bij perioden van regen ontstond er veel schade door inspoeling van de bunker. We ontwikkelden en testten bunkerzand hoekig. De golfbal verdwijnt niet in het zand van de bunker; het zand blijft op haar plek liggen en de bal er bovenop. Naast de voordelen voor de golfer betekent dit voor de greenkeeper dat hij veel minder onderhoud hoeft te plegen.
Voor greens levert Heicom verschillende typen toplagen die aansluiten bij de wensen van onze klanten. Een voorbeeld is een toplaag die we met speciale eisen volgens de Amerikaanse golffederatie (USGA) maken, toegepast in de Europese Tour en bij de KLM Open, die plaatsvindt op golfbaan The Dutch. De tee, fairway, rough, voorgreen, green en driving range stellen allemaal andere eisen aan de bodem. Heicom gaat samen met greenkeepers de uitdaging aan: er voor zorgen dat een golfbaan 365 dagen per jaar bespeelbaar is.
Innovatie houdt nooit op. Voor de Cromvoirtse Golf Club onderzocht Heicom een greenzand dat perfect aansluit op de eigenschappen van Zeoliet. Zeoliet zijn kleine korrels die vocht en voeding kunnen binden. De combinatie heeft een capillaire werking. Het laat vocht door als het nat is en heeft het vermogen vocht omhoog te trekken in droge periodes.
Kwaliteit Zeventien van de twintig beste golfbanen van Nederland werken met Heicom.
1,3 miljoen mensen voetballen wekelijks, verdeeld over ruim 7000 voetbalvelden en 2700 voetbalclubs. Ruim 2000 daarvan zijn van kunstgras. Daar komen nog bij de velden voor sporten als korfbal, hockey en honkbal. En voor alle velden geldt hetzelfde: ze moeten tegen zware belasting kunnen.
Met de juiste technologie, voeding en verzorging zou een sportveld altijd met levend gras moeten zijn ingericht. Nieuwe technieken maken dat ook mogelijk, ware het niet dat deze voor amateurverenigingen en clubs niet altijd betaalbaar zijn.
De discussie over natuurgras of kunstgras laait geregeld op. Veel van de beste velden ter wereld werken met een combinatie van beide. Het hagelnieuwe voetbalveld van Liverpool, overal geroemd om zijn kwaliteit, ligt bovenop het Permavoid capillaire Irrigatie-systeem. Onder de groeilaag liggen kunststof (holle) kratten met capillair-actieve vezels die in cilinders in de kratten zijn verwerkt. Wat betekent dit? Water wordt heel snel afgevoerd door de relatief dunne leeflaag en wordt in de kratten opgeslagen. Op het moment dat de leeflaag droger wordt, neemt het weer water op vanuit deze kratten.
Deze extreem zwaar belaste velden zijn op deze manier nooit te nat, en daarmee veel sterker. Met dit systeem kost het minder energie om ook tijdens vorst velden bespeelbaar te houden. De grasmat van Liverpool is bovendien een hybride grasmat en bestaat voor zo’n 97% uit echt gras en voor 3% uit kunstgrasvezels. Deze versterken de mat en de bodem. Een succesvol systeem dat in vele stadions is overgenomen, waaronder ook de Amsterdam Arena.
Kunstgras of natuurgras? Veel van de beste velden ter wereld werken met een combinatie van beide.
Tot de beste velden van Nederland worden die van FC Utrecht en FC Twente gerekend. Beide velden zijn 100% natuurgras en werken met Heicom. Henry de Weert is groundsman bij FC Twente.
“Ik ben elke dag bezig met deze grasmat. We meten constant de hoeveelheid bodemvocht en de temperatuur. We meten de hoeveelheid licht in het stadion en de hoeveelheid licht buiten het stadion. We meten de luchtvochtigheid en het dauwpunt. Die laatste is heel kritisch: wanneer moeten we schimmels verwachten en wanneer niet? Vier keer per jaar nemen we bodem- en grasmonsters, om zo te bepalen welke voedingsstoffen we tekort komen en waar een overschot zit. We meten de verdichting, indien nodig gaan we beluchten. We kunnen heel veel meten, toetsen en bijsturen, maar je hebt niet alles onder controle. Je bent met een natuurproduct bezig en dat maakt het werk uitdagend.”
